Het belang van een goede bodem wordt vaak onderschat. Wanneer een tuin aangelegd wordt, ligt de focus op de beplanting, gazon zaaien of grasrollen uitleggen. Nadien is het echter moeilijk om de bodem te verbeteren. Een goede bodem is belangrijk zodat de planten zich goed voelen, optimaal voedingsstoffen kunnen opnemen en dus goed kunnen groeien.
Om een goede bodem te bepalen, zijn drie elementen van belang: de zuurtegraad, de bodemstructuur en de voeding die de bodem bevat.
De zuurtegraad
De zuurtegraad wordt ook pH-waarde genoemd.
De zuurtegraad ligt altijd tussen 0 en 14. Een pH-waarde van 0 is zeer zuur, een waarde 14 is basisch. Het cijfer 7 geeft een neutrale bodem aan. De meeste bodems hebben een zuurtegraad tussen de 5 en 8.
De natuurlijke zuurtegraad is onder andere afhankelijk van waar je woont : in sommige gebieden is er meer kalk (calcium) aanwezig in de bodem en zal de pH-waarde hoog zijn. Door allerlei natuurlijke invloeden kan de zuurtegraad veranderen.
Denk maar aan zure regens, maar ook plantenwortels doen de bodem verzuren wanneer ze voedingsstoffen opnemen.
Strooien van kalkkorrels helpt om de pH-waarde van de bodem omhoog te krijgen en dus de bodem minder zuur te maken.
Niet elke plant houdt van dezelfde grond:
Kalkminnende planten zijn bijvoorbeeld buxus, lavendel en clematis. Zij willen een pH die hoger is dan 7. Neutrale planten zijn bijvoorbeeld roos, bonsaï en liguster. Zij willen een pH tussen 6 en 7.
Zuurminnende planten zijn bijvoorbeeld azalea, rhododendron en heide. Zij willen een pH van 4,5 – 5,5.
Wanneer een plant in een bodem staat die een foute zuurtegraad heeft, kan hij moeilijk voedingsstoffen opnemen. De plant gaat slecht groeien en krijgt een gele kleur. Best doe je elke drie jaar een bodemanalyse om de zuurtegraad te meten en eventueel bij te sturen.
De bodemstructuur
Bodems zijn opgebouwd uit zand, leem en/of klei. Ze kunnen puur uit één van deze drie bestaan, of een combinatie ervan.
De beste bodems bestaan uit een goede mix van zand, leem en klei.
– Zanddeeltjes zijn groter dan 0,05 mm. Als je zand tussen je vingers neemt, voel je duidelijk de korreltjes. Tussen deze deeltjes is er veel ruimte. Zandgronden geven een goede drainage van overtollig water, maar verliezen ook snel regenwater en voedingsstoffen. Je zal dus regenmatig voeding moeten toedienen om de planten gezond te houden. Bodems die uit zand bestaan worden ook lichte gronden genoemd.
– Leemdeeltjes zijn tussen de 0,05 en 0,002 mm groot. De aparte korreltjes zijn niet meer zichtbaar met het blote oog. Leem houdt het water en de voedingsstoffen goed vast. Leem wordt echter heel hard als het uitdroogt waardoor plantenwortels kunnen afbreken.
– Kleideeltjes zijn kleiner dan 0,002. Tussen je vingers voelt het heel glad en kleverig aan. Omdat de tussenruimte klein is, kunnen ze veel voedingsstoffen en water vasthouden. Teveel klei geeft echter een bodem die zwaar is, met een trage drainage van water en slechte verluchting.
In het noorden van Vlaanderen komen de meeste zandgronden voor. In Limburg en ook een gedeelte van Vlaams-Brabant vind je leembodems.
In het midden van Vlaanderen zien we grotendeels een mengsel van zand en leem. Kleibodems vind je tenslotte in de polders en nabij rivieren en waterlopen.
Uiteraard is dit maar algemeen en zijn er ook plaatselijk veel verschillen mogelijk. Een bodem is niet steriel, hij zit vol bodemleven. Bacteriën, schimmels, insecten … helpen de bodem in topconditie te houden.
Ze breken organisch materiaal af tot humus die de bodemconditie verbetert.
Vervolgens is ook het organische (kool)stofgehalte belangrijk. Organische stof is een verzamelnaam voor afgestorven micro-organismen, planten en dieren.
Denk aan gevallen bladeren, afgestorven plantenwortels. Ongeveer de helft van de organische stof is koolstof (ook het chemische element C genoemd). De organische koolstof die na 1 jaar na toediening nog in de bodem aanwezig is, noemen we de ‘effectieve organische koolstof’. Deze effectieve organische koolstof heeft een positief effect op het permanent verbeteren van de bodem. Bodems met veel organische stof zijn meestal donker van kleur.
Door deze kleur gaan ze sneller opwarmen in de lente en zullen planten sneller kiemen in vergelijking met een bodem die arm is aan organische stof.
Compost bevat veel organisch materiaal en verbetert zo de bodemstructuur.
Voeding
Een aangepaste voeding is noodzakelijk voor een goede plantengroei. Wanneer niet alle voedingselementen aanwezig zijn, gaan planten gebreksverschijnselen tonen.
Door de juiste bemesting zullen planten optimaal kunnen groeien en ontwikkelen. Ook voor de moestuin is een aangepaste voeding van groot belang: geef je wortelgewassen alleen maar stikstof, dan gaat alleen de bladgroei gestimuleerd worden en worden er geen wortels gevormd.
Fosfor is dan weer nodig voor een goede wortelontwikkeling, en kalium zorgt voor sterke plantencellen en dus sterke planten.