Groendaken

Om een groendak te maken, doe je best beroep op een professionele handelaar of aannemer. Indien je het dak namelijk fout aanlegt kan dit volledig mislopen. Denk aan: teveel belasting op het dak waardoor het kan krommen of instorten, slechte kwaliteit van plantjes waardoor ze na enkele weken afsterven, een foute onderlaag waardoor je dak gaat rotten … Het is dus belangrijk om je te informeren en alle stappen in de juiste volgorde uit te voeren.
 
Eerst moet je de draagkracht van je dak laten nakijken door een professional. Op basis van de kwaliteit van de draagbalken, het dak zelf en hoe alles is opgebouwd, wordt berekend hoeveel gewicht het aankan zonder door te zakken of in te storten. Ook is het aan te raden je bestaande dakbekleding na te kijken: leg geen groendak wanneer er scheuren of lekken aanwezig zijn!
 
Voor de aanleg van een groendak wordt eerst een anti-worteldoek geplaatst ter bescherming van de bekleding. Daarop komt een laag die zorgt voor een betere drainage, al het overtollige regenwater kan makkelijk weglopen. Bovenop de drainagelaag komt het substraat: dit is niet simpelweg uitgeschepte aarde, maar een combinatie van (pot)grond en stenige materialen zoals lava. Het zorgt voor een duurzaam mengsel dat lang meegaat, niet inzakt en water goed doorlaat. Helemaal bovenop leg je, voor een extensief groendak, de sedummatten: dit zijn matten met kleine vetplantjes. Let erop dat de leverancier van je matten gebruik maakt van vetplanten die aangepast zijn aan ons klimaat, en zowel bestand zijn tegen een droge, hete zomer als een natte, koude winter. De eerste weken geef je regelmatig water, nadien alleen bij langdurige droge periodes.
Heb je een zeer groot dak, dan bestaan er ook modulaire groendaken. De vakman gaat niet over heel het dakoppervlak alles aanleggen, maar gaat het groot oppervlak verdelen in verschillende kleinere modules. Dit is handiger in onderhoud en zijn eenvoudiger te verwijderen voor inspectie van het dak.